Prikbereidheid
Jongeren snakken naar vaccinatie: ’Ik heb gehuild en gejuicht toen de afspraak eindelijk stond’
Door Marouscha van de Groep
Updated 1 uur geleden
Vandaag, 05:30 in BINNENLAND
Amsterdam - De jeugd wil zich niet laten vaccineren? Onzin, vinden Nick (26), Pascal (23) en Megan (18). Zij smachten naar die prik en staan daarin niet alleen. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat de groep jongvolwassenen wel degelijk bereid is zich in te laten enten tegen het coronavirus.
Neem de representatieve steekproef van I&O research, die plaatsvond van 30 april tot 3 mei 2021. Daaruit bleek dat jongeren tot 24 jaar zelfs het vaakst bereid zijn zich te laten vaccineren. Zo’n 61% van hen laat ’zeker wel’ die prik zetten, 21% neemt hem ’waarschijnlijk wel’.
Het onderzoek werd gedaan onder Nederlanders die zich op dat moment nog niet hadden laten vaccineren en geen afspraak hadden ingepland. Ter vergelijking: in de groep 35- tot 39-jarigen, die op dat moment ook nog niet aan de beurt waren voor een vaccin, was 56% zeker van de keuze de prik te nemen, 19% neemt hem waarschijnlijk wel.
Hoge bereidheid
Ook uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Amsterdam blijkt een hoge bereidheid onder jongvolwassenen om die prik in de bovenarm te krijgen. In het rapport ’De ongeduldige samenleving. De maatschappelijke impact van Covid-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland’ is gevraagd naar de vaccinatiebereidheid van Nederlanders. In de leeftijdscategorie 18 tot 34 jaar wil maar liefst 81,4% een prik.
Dat komt overeen met het omvangrijke vragenlijstonderzoek van het RIVM. Onder deelnemers die op het moment van invullen nog geen uitnodiging voor de vaccinatie hadden ontvangen, bleek dat in de groep 16- tot 24-jarigen 82,8% tijdens de laatste meting het vaccin wilde nemen. Een groot verschil met afgelopen november, toen nog geen 60% aangaf de prik te willen.
Steekproef
Opvallend is echter dat cijfers uit de driewekelijkse steekproef van het Rijksinstituut een stuk lager liggen. De vaccinatiebereidheid bij jongeren van 16 tot en met 24 jaar en de groep 25- tot 39-jarigen is daarbij het laagst (ongeveer 65%.) Dat de cijfers voor vaccinatiebereidheid bij het grotere vragenlijstonderzoek hoger liggen, komt volgens Mariken Leurs, hoofd van de Corona Gedragsunit van het RIVM, omdat die vragenlijst omvangrijker is en dezelfde mensen bij herhaling gevraagd worden om de lijst in te vullen.
Het RIVM maakt zich volgens een woordvoerster vooralsnog geen zorgen over een eventuele lage vaccinatiebereidheid bij jongeren. „Maar pas als we allemaal geprikt zijn kunnen we de daadwerkelijke bereidheid berekenen.”
Nick Bootsman (26)
„Ik heb gehuild en gejuicht toen de afspraak eindelijk stond”, vertelt een emotionele Nick Bootsman. Aanstaande dinsdag krijgt hij, tegelijk met zijn vader, zijn eerste coronaprik. „Ik heb een bindweefselziekte, waardoor ik onder andere problemen heb met mijn longen, zenuwstelsel en hart. Eigenlijk is mijn hele lichaam ziek”, legt de Dordtenaar uit.
Een kleine verkoudheid staat voor Nick gelijk aan een longontsteking. Wat een coronabesmetting zou betekenen, daar wil Nick niet te lang over nadenken. „Het zou heel erg gevaarlijk zijn”, verzucht hij.
Voor Nick was het afgelopen jaar allerminst makkelijk. „Al meer dan een jaar kan de huishoudelijke hulp niet komen, terwijl ik in een rolstoel zit en het zelf niet kan. Ik ben het afgelopen jaar compleet over mijn grenzen gegaan, mijn lichaam is kapot. Alles om te voorkomen dat ik corona zou krijgen.”
Waar Nick het meeste naar uitkijkt als hij eindelijk gevaccineerd is? „Mijn eigen boodschappen kunnen halen, weer huishoudelijke hulp in kunnen schakelen en niet meerdere keren per dag een paniekaanval: wat als ik corona krijg?”
Pascal Arens (23)
„Ik heb nu twee keer corona gehad en vind het wel genoeg. Met hoe de regels nageleefd worden bij ons thuis is het risico gewoon te groot”, zegt Pascal Arens uit Hoorn stellig. „Mijn ouders en broertje geloven niet in corona. Zij denken dat het allemaal nep is. De vriendin van mijn broertje heeft het daarnaast continu over wormpjes in mondkapjes, nepvaccins en vrijheidsberoving.” Het maakt Pascal boos dat de regels in huize Arens met een korreltje zout genomen worden. „Het is lastig om een confrontatie te voorkomen wanneer ze ook mijn gezondheid in gevaar brengen.”
De eerste keer dat Pascal corona kreeg, was volgens hem een gevalletje ’eigen schuld, dikke bult’. „Ik ben toen met het openbaar vervoer naar Amsterdam gegaan. Ik denk dat ik het daar op de een of andere manier heb opgelopen. De tweede keer kwam doordat mijn broertje zich niet zo nauw aan de regels hield, die heeft het meegenomen naar huis. Toen was ik ook drie weken doodziek.”
Genoeg is genoeg, vindt Pascal. „Ik ben het zat om het risico te lopen dat ik het voor een derde keer krijg. Ik wil gewoon in zekerheid kunnen leven: zeker weten dat ik geen corona meer krijg.”
Megan Geel (18)
„Wij jongeren zijn de toekomst en willen ook verder met leven”, vertelt Megan Geel uit Nieuw-Vennep. „Ik wil graag weer dingen kunnen doen. Naar familie, verjaardagen, uit eten en op vakantie. Het leven staat op dit moment gewoon stil.” De prik neemt ze niet alleen voor haar eigen vrijheid, vertelt ze, „maar zodat we straks allemaal weer verder kunnen.”
Megan is de enige uit het gezin die nog geen corona heeft gehad. „Mijn moeder en zus hebben doodziek op bed gelegen, dus ik weet wel hoe het is en wat het kan doen. Als ik dat kan voorkomen met het vaccin, dan doe ik dat. En natuurlijk wordt niet iedereen zo ziek; sommige mensen hebben nauwelijks last. Maar je kunt beter het zekere voor het onzekere nemen.”
Waar Megan het meeste naar uitkijkt als alles straks weer mag? „Ik wil zeker nog wel mijn verjaardag groots gaan vieren. Mijn 18e verjaardag heb ik gemist, mijn 19e is over een maandje. En de festivals!”, klinkt het opgewonden. „Als je 18 bent mag je eindelijk. Ik heb dat jaar compleet gemist, dat ga ik wel inhalen. Maar het zijn ook de ’gewone’ dingetjes hoor, zoals weer normaal naar het werk kunnen.”
Laten we ons wel of niet vaccineren tegen Covid? Het debat rond het vaccinatieprogramma verhardt in hoog tempo, constateert Telegraafverslaggever Wierd Duk in de podcast ‘Het Land van Wierd Duk’: