7 banken zakken voor stresstest, 21 banken maar nipt
Van de 91 onderzochte Europese banken slagen er slechts 7 niet voor de stresstest, met een kapitaalratio die onder 6 procent valt. Voor 21 banken was het wel kantje boord. De 7 zijn het Duitse Hypo RE, het Griekse ATEBank en vijf Spaanse cajas.
'Weinig verrassingen', reageert Chris Turner, valutaspecialist bij ING. 'De stresstests hebben geen 'lijken in de kast' naar boven gebracht'. Volgens hem hebben de markten de resultaten al ingeprijsd. 'De euro zal wellicht weinig profiteren van de oefening'. In de Newyorkse handel verzwakte de Europese eenheidsmunt 0,2 procent tot 1,29 dollar.
De Europese bankenwaakhond CEBS ging bij 91 Europese banken na in welke mate hun balans bestand was tegen een somber financieel-economisch scenario in 2010 en 2011. In dat scenario zou de economie van de Europese Unie in 2010 een nulgroei boeken in plaats van de verwachte 1 procent groei en in 2011 0,4 procent krimpen in plaats van 1,7 procent groeien.
In het sombere financiële scenario zouden banken over 2010 en 2011 gecumuleerd tegen 36 procent verlies aankijken op hun aandelenportefeuille, zou de interbankenrente 125 basispunten stijgen en klimt de lange rente 75 basispunten.
Doemscenario
Op de portefeuille staatsobligaties in de tradingportefeuille van de banken - die 'langetermijnportefeuille' (banking book) blijft buiten schot - zouden banken volgende afboekingen moeten doen: 23,1 procent op Grieks papier, 14,1 procent op Portugees, 12,8 procent op Iers, 12 procent op Spaans, 6,9 procent op Belgisch en 4,7 procent op Duits. De volledige lijst van 'haircuts' vindt u op pagina 19 van de CEBS-toelichting.
In Duitsland reageren beleidslui ontstemd over de korting op 'hun' staatspapier, dat te boek staat als de veilige haven in de eurozone. 'Het is gewoonweg fout Duits staatsobligaties met 4,7 procent te stressen', donderde Jochen Sanio, topman van de Duitse beurswaakhond BaFin, op een persconferentie.
Nipt
Het 'doemscenario' zou zich vertalen in gecumuleerde minwaarden van 566 miljard euro, waardoor de gemiddelde kapitaalratio van 10,3 procent van de risicogewogen activa eind 2009 tot 9,2 procent zou zakken. Dat is ruim boven de vereiste 6 procent in de stresstest en het minimum van 4 procent volgens de Bazel II-normen. De 9,2 procent omvat wel 169,6 miljard euro staatssteun, zonder die overheidssteun zou de globale kapitaalratio in het somberste scenario tot 8 procent terugvallen.
'We moeten erkennen dat een aantal banken die in de test slagen, al overheidssteun ontvangen of van staatsgaranties genieten', merkt JPMorgan in een reactie op. De bank merkt op dat 21 banken ook maar nipt slaagden, met een kernkapitaalratio tussen 6 en 7 procent. Het gaat onder meer om Deutsche Postbank (6,6%) en Norddeutsche Landesbank (6,2%) in Duitsland, Bankinter (6,8%) en Caja Madrid (6,3%) in Spanje, UBI Banca (6,8%) en Monte Paschi di Siena (6,3%) in Italië en het Griekse Piraeus Bank (6%). 'Het is waarschijnlijk dat deze instellingen ook kapitaal zullen moeten ophalen of consolideren', meent de zakenbank.
Kernkapitaal
Van de 91 banken zouden er slechts 7 hun kapitaal onder 6 procent van de risicogewogen activa zien zakken: het Duitse Hypo Real Estate, het Griekse ATEBank en vijf Spaanse cajas (de spaarkassengroeperingen rond Caja Espana & Caja Duero, Unnim, Cajasur, Caixa Catalunya en Banca Civica).
In totaal hebben die 7 banken 3,5 miljard euro nodig om hun kernkapitaal tot 6 procent van hun risicogewogen balanstotaal op te krikken. Hypo RE heeft 1,25 miljard nodig, Caixa Catalunya 1 miljard. 'Het is goed dat de geest uit de fles is’, meent Chris De Noose, directeur-generaal van de Europese Spaarbankengroep. Toch heeft zijn bedenkingen bij de resultaten, en vooral de methodologie. 'De tests lopen eigenlijk achterop. Veel Spaanse cajas bijvoorbeeld, zijn ondertussen in andere groepen opgenomen. De grootste gebuisde spaarbank, CajaSur, is zo door het FROB, een fonds voor de ordelijke herstructurering van banken, van de ondergang gered.'
KBC haalt een kapitaalratio van 9,4 procent, Dexia 10,9 procent.
Een samenvatting van het rapport staat op de site van bankenwaakhond CEBS.