De centrale bank, de bank van Japan (BOJ), koopt al veel langer alles wat los en vast zit en geeft daar vers geld voor terug. Wie dacht dat de Japanse staatsschuld extreem was? Kijk eens naar het balanstotaal van de BOJ. Dat bedraagt, per 10 maart van dit jaar, 588.000 miljard yen. De Japanse economie is ongeveer 566.000 miljard yen groot. Je ziet het goed: het balanstotaal van de Japanse centrale bank is al gróter dan het Japanse bbp. 104 procent van het bbp, om precies te zijn.
Er bestaat dus inmiddels een monetair Japan dat omvangrijker is dan het échte Japan. Is dat onze toekomst? De hoofdeconoom van OESO, Laurence Boone, zei deze week dat het een optie is dat „begrotingssteun (voor de economie) wordt gefinancierd door een permanente verhoging van de geldhoeveelheid, gecreëerd door centrale banken”. Of dat nu gebeurt door rechtstreekse monetaire financiering (de ‘geldpers’), of door de uitgifte van staatsleningen die daarna pas door de centrale bank worden gekocht, is uiteindelijk een kwestie van smaak.
Hoeveel ruimte is daarvoor? Het balanstotaal van de ECB bedraagt nu 38 procent van het bbp van de eurozone. Vorige week trok de ECB 750 miljard euro uit voor het zogenoemde Pandemic Emergency Purchasing Program (PEPP), waarmee het staatsleningen van eurolanden opkoopt. Dat is veel. Maar om op Japanse verhoudingen uit te komen zou Frankfurt die gigantische operatie tien maal kunnen uitvoeren.
Dan de Amerikanen. De Federal Reserve gaat, zo bleek maandag, ongelimiteerd leningen opkopen. Dat is dus geen bluf. Om op Japanse balansverhoudingen uit te komen kan er nog voor het totaal overtrokken bedrag van 17.500 miljard dollar worden opgekocht. Dat is bijna acht maal zoveel als het bedrag van 2.000 miljard dollar dat het Amerikaanse Congres uittrekt voor een economisch noodprogramma.
De noemer van dit alles is: gratis geld, met de groeten van uw centrale bank.
Wat is het effect van die „permanente verhoging van de geldhoeveelheid” waar de OESO het over heeft?
Wie naar Japan kijkt, moet concluderen: niets. Er is daar nooit sprake geweest van een oplopende inflatie als gevolg van het Japanse beleid – ook al was het door deflatie geplaagde Japan daar juist uitdrukkelijk op uit.
Conclusie: de banken gaan optimaal profiteren van gratis geld wat.