Hans Verbraeken Pieter Couwenbergh • FD 23 november 2017
AkzoNobel heeft met Axalta zijn hand overspeeld
AkzoNobel is weer terug bij af. Via een krachtenbundeling met het Amerikaanse Axalta hoopte het Nederlandse verf- en coatingsbedrijf zijn Amerikaanse belager PPG voor eens en altijd van zich af te schudden, en tegelijkertijd in de absolute top van de consoliderende verfsector te kunnen blijven. Maar dinsdagavond liet Axalta-topman Charles W. Shaver aan AkzoNobel weten dat het is overboden. Door Nippon Paint. De Japanners zijn bereid een overnamesom in contanten op tafel te leggen, daar waar de Nederlanders een fusie van gelijken wilden.
Topman Thierry Vanlancker van AkzoNobel. Volgens kenners had hij beter moeten weten.
Topman Thierry Vanlancker van AkzoNobel. Volgens kenners had hij beter moeten weten.Foto: Reuters
Als iemand een fusie tussen AkzoNobel en Axalta had kunnen realiseren, dan was het Thierry Vanlancker, sinds juli de nieuwe topman van AkzoNobel. Hij kent Axalta als geen ander. Hij heeft het bedrijf vijf jaar terug als coatingdivisie — de Vlaming was bestuurder bij DuPont — verkocht aan private equity. Maar nu heeft Vanlancker buiten de Amerikaanse mores gerekend. Die schrijven voor dat een bestuur altijd voor het hoogste bod moet gaan in het belang van zijn aandeelhouders.
De poging tot een vlucht vooruit heeft voor AkzoNobel niet goed uitgepakt en kan volgens diverse fusie- en overnameadvocaten consequenties hebben. 'Ze hebben zelf de consolidatie opgezocht door naar Axalta te gaan. Daarmee hebben ze de markt het signaal gegeven dat ze de consolidatie nodig hebben en dat ze dus, zoals wij dat noemen, 'in play' zijn. Eigenlijk zet AkzoNobel hiermee de deur open voor anderen', zegt een gerenommeerde Nederlandse overnameadvocaat.
‘Door Axalta op te zoeken gaf Akzo aan 'in play' te zijn’
Een collega spreekt van een 'ondoordachte' actie. 'Vanuit businessperspectief was het misschien logisch, maar in de situatie waarin AkzoNobel zit met een afgewezen bieder en ontevreden aandeelhouders, moet het bedrijf er wel zeker van zijn dat de poging slaagt. En daarvoor heeft een bedrijf in de Verenigde Staten cash nodig.'
'Vanlancker had kunnen weten dat een fusie met Axalta niet kon slagen. Hij heeft namelijk heel weinig speelruimte sinds Akzo het bod van PPG heeft afgewezen. Zo zullen aandeelhouders een overname van Akzo door een ander niet gemakkelijk accepteren, tenzij het bod hoger ligt. En voor een fusie van gelijken moest Vanlancker concessies kunnen doen, bijvoorbeeld rond de governance, de personen en de locatie van het hoofdkantoor. Ook daar had Akzo nauwelijks speelruimte omdat het bedrijf in het gevecht met PPG steun van de politiek heeft gevraagd en gekregen. Den Haag zal niet accepteren dat het hoofdkantoor uit Nederland verdwijnt of dat het fusiebedrijf wordt geleid door een Amerikaan.'
Lees ook
Singaporese verfmiljardair zit AkzoNobel dwars
De nagestreefde fusie met Axalta diende als verdediging tegen PPG (dat volgens de Nederlandse regelgeving per 1 december weer mag bieden) of tegen eventuele andere belagers. Zonder diepe zakken of troefkaart in de achterzak en met ontevreden eigen aandeelhouders wordt het volgens de makelaars in de fusie- en overnamewereld wel een 'hele grote gok', zeker omdat in de Amerikaanse arena de kans heel groot is om in een biedingsstrijd te belanden. Aandeelhouders eisen van Amerikaanse directies dat ze voor het hoogste bod gaan en dat ze bij een bieding ook actief de markt op moeten om te kijken of iemand een beter bod wil doen.
AkzoNobel heeft geen diepe zakken. De opbrengst uit de verkoop van de chemietak is voor het grootste deel beloofd aan de aandeelhouders. Volgens berekeningen van analisten zou AkzoNobel na de afsplitsing van de chemietak hoogstens €1,5 mrd in de oorlogskas hebben. Meedoen aan het grote overnamegeweld kan AkzoNobel zich niet permitteren.
AkzoNobel kan Nippon Paint niet overbieden, want daar heeft het concern het geld niet voor.
Ook al was de timing ongelukkig, AkzoNobel had weinig keuze. De sector is in de greep van de consolidatiekoorts. Groei is er vooral met overnames te realiseren. Het Amerikaanse Sherman-Williams nam dit jaar landgenoot Valspar over en werd daarmee 's werelds grootste lakkenproducent, PPG bood op AkzoNobel en Nippon Paint klopt bij Axalta aan. 'Het is uitzonderlijk dat een Japans concern zo agressief te werk gaat. Dat tekent de ambitie en de situatie in de sector', zegt ING-analist Stijn Demeester. Axalta was volgens hem 'een mooie fit' voor AkzoNobel, geografisch en qua activiteiten.
Hoe nu verder? AkzoNobel kan Nippon Paint niet overbieden, want daar heeft het concern het geld niet voor. Het kan op zoek gaan naar andere mooie meisjes, maar die zijn schaars, te duur of niet te koop. Wel kan het proberen de eigen strategie van kleine overnames voort te zetten. Zo kocht het concern vorig jaar de industriële coatings van het Duitse Basf voor €475 mln.
‘Te midden van alle onrust was het niet verstandig een grote fusie te willen doen.’
Het kan terug naar PPG maar dat lijkt niet waarschijnlijk gezien de verstoorde verhoudingen tussen de twee en de motieven van AkzoNobel om het bod af te wijzen. Die motieven — problemen met de mededingingsautoriteiten en cultuurverschillen — gelden nog altijd. En sinds maart is de Amerikaanse dollar 10% ten opzichte van de euro gedaald.
Analist Markus Mayer van Baader Helvea Equity Research verwacht dat AkzoNobel daarom zich in ieder geval zal 'concentreren op zijn eigen verbeteringsplannen die het concern in april in juli heeft gepresenteerd'. Het gaat dan om de afsplitsing van de chemietak, goed voor een derde van de concernomzet, en om het verbeteren van het rendement van het resterende verf- en lakkenbedrijf.
Ook volgens fusie- en overnamespecialisten kan AkzoNobel niet veel anders dan zich op zichzelf te concentreren 'en te hopen en bidden dat er in de tussentijd niet iemand langs komt. Het is ook beter voor ze dat ze eerst het huis op orde brengen en zorgen dat het vertrouwen van aandeelhouders terugkeert', aldus één van hen. 'Het was al niet verstandig om bij al die onrust ook nog eens een grote fusie te willen doen. Over twee tot drie jaar kunnen ze weer eens denken aan een grote transactie. Als er tenminste in de tussentijd niemand aanklopt.'
Hans Verbraeken
Pieter Couwenbergh