Zuid-Limburg had twee pijlers waar het op dreef: de mijnen + de geestelijkheid.
Preciezer:
1. de ingenieurs, die alles moeten berekenen + de ondergrondse mijnwerkers, die de kolen daadwerkelijk opgroeven (ongezond, gevaarlijk, zwaar lichamelijk werk,als ratten in de val) + de opzichters die als tussenpersoon ter plekke moesten zorgen dat het geplande werk daadwerkelijk gedaan werd.
2. de geestelijkheid die de gemeenschap van ziekenhuizen tm thuiszorg + onderwijs + de gemeenschap van thuis tm vereniging begeleidden.
De sluiting van de mijnen kwam op een zeer ongelukkig moment:
Er werden vele ontdekkingen gedaan, waardoor het algemene levenspeil stukken hoger werd + de seksuele revolutie + Vaticanum II, waardoor de kerk met de gehele organisaties in duigen viel. Tel daarbij de enorme werkeloosheid die ons werkelijk overviel met de sluiting van de mijnen.
De gevolgen waren zeer duidelijk: vele echtscheidingen en de gemeenschap lag volledig in puin.
(de voorheen hardwerkende inwoners waren ineens werkeloos, gescheiden, zonder (begeleiding en zonder verenigingsleven, scheurende huizen (verzakkingen), een (machteloze overheid.
Uit die puinhoop is DSM (= Dutch States Coalmines = Nederlandse staatskolenmijnen) opgericht.
Limburg, die geheel(!) Nederland voorzag van energie, verdiént een goede en betrouwbare DSM.
Dhr. Sijbesma (natuurlijk met zijn goede voorgangers) heeft daarvoor gezorgd.
Mijnheer Sijbesma: hartelijk bedankt.