masterofthegame schreef op 9 december 2007 19:43:
Buitenlanders loeren op onze bouwers
AMSTERDAM 08 Dec 07, 08:46
Nederlandse bouwers dreigen als hapklare brokken te worden opgeslokt door hun Europese rivalen, alduis de Financiële Telegraaf zaterdag. De koers-winstverhouding maakt onze bouwbedrijven relatief goedkoop en dus interessant voor buitenlandse investeerders op zoek naar een strategische overname. Dit blijkt uit The European Powers of Construction, het jaarlijkse onderzoek van Deloitte naar de Europese bouw, dat volgende week officieel wordt gepresenteerd.
Met elf bedrijven is Nederland wel een belangrijke speler in Europa. In de top 100 neemt ons land een tweede plaats in voor Frankrijk en Spanje, die beide met negen bedrijven vertegenwoordigd zijn. Om die positie te behouden, zullen de Nederlanders echter over de landsgrenzen moeten kijken, anders lopen zij de kans ten prooi te vallen aan grote buitenlandse spelers.
Slechts één van de elf, Koninklijke BAM Groep, prijkt in de top 10. Dat is beter dan Groot-Brittannië, dat met de meeste bedrijven in de top 100 staat, maar pas op de twaalfde plaats is terug te vinden met Balfour Beatty.
De top 10 wordt gedomineerd en ook aangevoerd door Franse bedrijven. Op nummer 1 staat net als vorig jaar Vinci met een bouwomzet van ruim €22 miljard. Op nummer 2 is Bouygues te vinden dat een kleine €19 miljard binnenhaalt in de bouw. De derde Franse bouwer Eiffage is te vinden op nummer 7, net boven BAM.
„Nederland is nog net een maatje te klein om de middelmaat te ontspringen. Behalve BAM en een aantal baggeraars hebben de Nederlandse bouwers een heel beperkte internationale oriëntatie. Dat doet ze de das om. Ze willen wel, maar er is een groot verschil tussen willen en werkelijk doen”, aldus Luuk van der Pal, adviseur en partner bij Deloitte.
„Spaanse en Franse bouwers zijn geografisch enorm gedifferentieerd en richten zich bovendien op diensten die hoogst winstgevend zijn. Daarbij komt dat de Nederlandse investeringen in sociale woningen, infrastructuur en scholen achterblijft. Medezeggenschap en allerlei bepalingen remmen de omzetgroei. Dat zie je meteen terug in de marges. Nederlandse bouwbedrijven behaalden vorig jaar slechts een gemiddelde marge van 2,8% terwijl die in de rest van Europa gemiddeld op 5,2% lag”, legt Van der Pal uit.
Het zelfvertrouwen in de Franse bouw is volgens Van der Pal erg groot. „Het geld klotst daar net zoals in Spanje tegen de plinten. De wirwar van regels die de Nederlandse bouw plaagt, kennen ze daar niet.”
Om te voorkomen dat de Nederlandse aannemers worden ingelijfd door de Fransen of de Spanjaarden, moeten ze voet aan de grond krijgen in andere Europese landen. Toetreden tot de Franse markt is volgens Van der Pal erg moeilijk omdat dit land buitenlandse bedrijven weert.
„Tsjechië, Slowakije, Polen en Hongarije bieden daarentegen uitstekende kansen. De markt is daar nog niet uitverkocht. De beste manier om binnen te komen, is via een jointventure met een lokale partner. Die kent de bouwregelgeving en de cultuur.”
Het toetreden tot de Roemeense, Bulgaarse of Oekraiense markt vindt Van der Pal vooralsnog onverstandig. „De regelgeving in die landen is niet transparant. Het risico om verstrikt te raken in onzuivere zaken is erg groot.”