Deel 2.
Wel is de balans (solvabiliteitratio) van DL veel gevoeliger voor een verandering in de UFR dan
een aantal andere Nederlandse verzekeraars (Aegon minder impact agv 50% van totaal US, ASR
en NN kennen ook een grote UFR impact). Er liggen plannen klaar voor balansmaatregelen die de
Solvency II ratio met 10-15 procentpunten zullen verhogen, naast de verkoop van de Van
Lanschot aandelen (8 procentpunt). Hierna is er voldoende buffer (rond 175% na de claimemissie
van € 650 miljoen).
DL verwacht in 2018 overgestapt te zijn op een (partieel) intern model, waardoor de ratio verder
zal stijgen. Delta Lloyd is al druk bezig met het doorrekenen van de modellen en heeft er
vertrouwen in dat de toezichthouder de modelverandering zal goedkeuren.
5. Hoe onderscheidt DL zich van concurrenten als NN, Aegon, ASR, Achmea en Vivat?
Distributiekracht. Niet alleen is het intermediair positiever over DL dan over haar concurrenten,
maar DL heeft alle kanalen tot haar beschikking via de diverse merken. “De hele markt is gedekt”.
Door haar relatief bescheiden grootte, is DL wendbaarder dan de concurrenten. DL is de kleinste
van de groten of de grootste van de kleinen.
Verder biedt Delta Loyd zowel DC, DB, PPI als straks APF verzekeringen aan (volledig pallet)
APF (Algemene Pensioen Fondsen) is een kans voor DL.
Sustainable business (Triodos, Asset Management) is kansrijk voor DL.
6. In andere bedrijfstakken wordt vooral gewerkt aan marges, vergroting marktaandeel en omzet,
waarbij natuurlijk een gezonde balans een voorwaarde is. Bij DL is het overgrote deel van de
maatregelen daarentegen balans gerelateerd, waarbij DL lijkt te worden gedwongen tot allerlei
acties die passen binnen de letterlijke spelregels van Solvency II, ongeacht of deze zinvol zijn. Is
dat wel de goede weg?
Alles wordt inderdaad afgestemd op Solvency II spelregels. Verzekeraars hebben geen keuze.
Verzekeraars streven naar een maximale risk adjusted return o.b.v. Solvency II.
Solvency II stimuleert alle verzekeraars in dezelfde, kapitaal-lichte, activiteiten zoals schade, asset
management en Defined Contribution pensioenen. Deze concentratie van concurrenten in enkele
activiteiten zal uiteindelijk de marges in die activiteiten kunnen drukken. Aan andere kant zal de
verlaging van de kosten over een steeds groter wordende portefeuille naar verwachting hieraan
wat tegengas kunnen geven.
Uiteindelijk zal kapitaal vrijspelen een ongoing proces zijn, niet iets eenmaligs. Net als
kostenreductie in vooral het oude boek (oude polissenportefeuille). Het vrijgespeelde kapitaal en
verlaagde kosten kunnen weer worden gebruikt voor nieuwe investeringen en natuurlijk dividend.
Zodra er weer genoeg bufferkapitaal is, heeft DL meer vrijheid om te ondernemen (aangezien
DNB dan genoeg vertrouwen heeft).
De werkmaatschappijen zijn al goed gekapitaliseerd, de Holding echter nog niet. De
kapitaalverhoging zal dus eerst worden gebruikt om de schulden van de Holding te elimineren.
Een toenemend deel van de surplus die door de jaarlijkse kapitaalgeneratie wordt gegenereerd, kan
worden uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders.
DL zal de Solvency II ratio ieder kwartaal rapporteren naar de buitenwereld.
7. Gezien Solvency II is het begrijpelijk dat DL zich richt op activiteiten met een laag kapitaalbeslag.
Zijn die activiteiten wel winstgevend genoeg, met name Defined Contribution? Lage marge New
Business (3,0% in 2014, 1,5% in 2015). Waar moet de winstgevende groei vandaan komen?
Defined Contribution is goed winstgevend met 4,0%. (NL DC is 3.9%)
Defined Benefit is het probleem, met -2,4%. Dit probleem is echter tijdelijk, aangezien het is
veroorzaakt door nieuwe deelnemers aan bestaande Defined Benefit pensioenregelingen, die
echter iedere vijf jaar opnieuw (in deze lage rente omgeving opwaarts) geprijsd worden.
Individueel leven is (verrassend volgens VEB) goed winstgevend met 4,2%, dankzij België, waar
de markt minder concurrerend is en overlijdensrisico verzekeringen in NL.
LZA