geachte de neut,
John Fentener van Vlissingen Vraaggesprek over jaloezie, ondernemers en buitensporige topinkomens
John Fentener van Vlissingen, telg uit een roemrijk ondernemersgeslacht, ergert zich aan de jaloezie in Nederland. Er zijn zakkenvullers, maar niet alle ondernemers zijn zo.
Het is je en u in Ma Retraite, de hagelwitte renaissance-imitatie met terracottakleurig dak in Zeist. Hier houdt de steenrijke ondernemer John Fentener van Vlissingen (68) kantoor met zijn zakenreisorganisatie BCD. Hij ontvangt in zijn werkkamer met uitzicht op tuin met grote vijver. In de kamer boekenkasten, familiefotos en veel abstracte bronzen beeldjes. Persoonlijk adviseur Mario Bruna (64), telg uit de gelijknamige boekhandelsfamilie, reikt Fentener Van Vlissingen met een beleefd alstublieft een glas water aan. Een vaderlijk dankjewel Mario volgt. Zo liggen de verhoudingen.
Bruna mag een bekende naam zijn, de Fentener van Vlissingens zijn een roemrijk ondernemersgeslacht dat aan de wieg stond van ondernemingen als Akzo Nobel en KLM en een vermogen vergaarde met de Steenkolen Handelsvereniging (SHV). John Fentener van Vlissingens vermogen wordt geschat op 2,4 miljard euro. Vermogen dat hij zelf heeft vergaard met BCD, de zakenreisorganisatie die vele multinationals zoals Siemens, Nestlé, ArcelorMittal en Pepsi tot haar klanten rekent en vorig jaar een omzet haalde van 13 miljard dollar (8,8 miljard euro) in 90 landen met 14.000 werknemers. Fentener van Vlissingen neemt, exclusief het familievermogen, de zesde plaats in op de Quote 500-lijst van rijkste Nederlanders.
Met zijn sonore stem zegt John Fentener van Vlissingen bezorgd te zijn. Bezorgd over het gezeur, en het geklaag. Bezorgd ook over de verdomhoek waarin de ondernemer is terechtgekomen. Zakkenvullers en graaiers zouden zij allemaal zijn, gedreven door vulgair winstbejag. Zie de excessieve beloningen waarmee topmannen in het bedrijfsleven zich zouden verrijken. Maar lang niet alle ondernemers zijn slecht, stelt hij. De meesten werken zich te pletter en worden daar over het algemeen geen miljonair van. Zijn stem wordt krachtig en zijn blik naar de bezoeker indringend. Door de excessieve beloningen zijn alle ondernemers in een kwaad daglicht komen te staan. Dat schaadt het ondernemersklimaat. We moeten de ondernemer juist koesteren, vindt Fentener van Vlissingen. Want: De kleine, zelfstandige, de familiebedrijven zijn de hoeksteen van de economie.
Om die reden werpt hij zich op als sympathisant van een nieuw initiatief, dat de vaderlandse ondernemer in een goed daglicht wil zetten en vooral aanmoedigen. Vandaag was hij daartoe een van de sprekers op de Big Improvement Day in Amsterdam, het nieuwe initiatief van ondernemers en ambtenaren, bedoeld om successen te belichten en lessen te trekken hoe het beter met ondernemend Nederland kan.
Een andere bekende spreker vandaag was oud-generaal Wesley Clark, naaste adviseur van de Amerikaanse presidentskandidate Hillary Clinton.
Wat ergert u vooral?
De jaloezie. Sla de kranten er maar op na, het gaat óf over voetbal óf over jaloezie. Een man als Goddijn heeft van zijn bedrijf Tomtom een wereldmarktleider gemaakt op het gebied van navigatietechnologie. Lees je ooit iets over het succes van deze Nederlander? Nee. Waar de kranten bol van staan zijn verhalen over bonussen en het misbruik ervan. Superlatieven in overvloed hier.
Is klagen in Nederland niet van alle tijden?
Dat is zo. Vroeger waren we calvinistisch. Nu zijn we calvinistisch én jaloers. Terwijl we juist trots zouden moeten zijn op de buurman die goede zaken doet. Jaloezie schaadt het ondernemersklimaat.
Een paar zichzelf verrijkende topmanagers verpesten het voor de rest?
Heeft u weleens een beroepsgroep gezien met een schoon blazoen? Niet bij journalisten, niet bij artsen, niet bij ondernemers is dat zo. Het merendeel is op een positieve manier bezig met zijn bedrijf en lijdt onder het kleine percentage dat uitgemeten negatief in de pers komt. Natuurlijk zijn er ondernemers die de grenzen niet kennen noch beheersen. Er zijn zakkenvullers. Maar we moeten niet zeggen: ze zijn allemaal zo.
De ondernemers moeten eerst hun hand in eigen boezem steken?
Ja. Al jarenlang hebben zij geen antwoord op de excessen op financieel gebied. Dat is teleurstellend. In mijn bedrijf krijgt een werknemer een bonus van maximaal zijn jaarsalaris. Ook als de bonus gebaseerd is op een winstpercentage en soms op papier hoger uitvalt, is dat het maximum. Ik ben dus voorstander van het aanpakken van het beloningsmodel. Nu krijgen managers bij beursgenoteerde bedrijven vaak een bonus gebaseerd op aandelenopties. Bij een vijandige overname kan de koers flink oplopen en maken managers grote winsten. Hebben ze dat verdiend? Nee. Neem daarom dan de gemiddelde koerswinst over bijvoorbeeld een periode van twee jaar als basis voor een bonus en sluit koerswinst als gevolg van een overname uit. Die heb je niet altijd aan jezelf te danken.
Maar u wilt ook een duwtje in de rug voor ondernemers.
Beginnende ondernemers moeten - mits zij in die periode hun verdiensten terugstoppen in hun bedrijf - de eerste zeven jaar vrijgesteld worden van vennootschapsbelasting. Dat kost bovendien niets. De eerste drie jaar maakt een ondernemer gemiddeld verlies, in het vierde of vijfde jaar draait hij gemiddeld breakeven. Daarna maakt hij een bescheiden winst. In Ierland werken ze ook met zon systeem en ik ben ervan overtuigd dat dat een van de redenen is waarom dat het land zo goed presteert op tal van [economische] terreinen.
U bent ook voorstander van andere maatregelen om het ondernemingsklimaat te verbeteren?
Ja. De beroepsbevolking zou groter moeten. Door meer mensen aan het werk te zetten. Dat kan door de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen. En door kritisch te kijken naar het hoge aantal arbeidsongeschikten. Nergens ter wereld zijn het er zoveel. Bijna één miljoen. Natuurlijk zitten daar mensen bij die volledig terecht een uitkering ontvangen. Maar ik vraag me ook af of er niet een aantal is waar de problemen tussen de oren zitten. Als je maar lang genoeg volhoudt dat je hoofdpijn hebt, krijg je dat vanzelf ook. Uiteindelijk zouden deze maatregelen resulteren in een lastenverlichting en dat stimuleert ondernemers.
Bent u wel de juiste persoon om zich op te werpen als belangenbehartiger van de ondernemer?
Dat is een goede vraag. Nee. De man in de garage op de hoek of de bloemist in het winkelcentrum is vast een betere vertegenwoordiger. Ik heb toch een zekere luxepositie gehad als ondernemer. Sommige mensen moeten geld lenen van hun tante of nemen een tweede hypotheek om hun bedrijf te starten. Dat hoefde ik niet. Als mijn onderneming zou mislukken, kon ik altijd terugvallen op mijn familievermogen. Maar als niemand zich straks uitspreekt, is dat nog veel erger.