NEW YORK (AFN) - Beleggers in New York maakten er vrijdag een rustig dagje van, nadat de breed samengestelde S&P 500 donderdag voor het eerst sinds juni 2008 door de grens van 1400 punten was gebroken. De handel op Wall Street kreeg wat tegengas van tegenvallende Amerikaanse macrocijfers.
De toonaangevende Dow-Jonesindex noteerde aan het einde van de handelsdag 20,14 punten (0,2 procent) lager op 13.232,62 punten. De S&P 500 klom 1,57 punten (0,1 procent) tot 1404,17 punten en de technologiebeurs Nasdaq zakte 1,11 punten tot 3055,26 punten.
Een teleurstellend cijfer over de industriële productie in de Verenigde Staten zorgde voor wat terughoudendheid. De productie in de Amerikaanse industrie liet in februari stagnatie zien, terwijl economen hadden gerekend op groei.
Consumentenvertrouwen
Verder werd een tegenvallend cijfer bekendgemaakt over het consumentenvertrouwen in de VS. De vertrouwensindex die wordt gemeten door de Universiteit van Michigan ging in maart omlaag, terwijl op een stijging was gerekend. Amerikanen maken zich meer zorgen over de stijgende brandstofprijzen en vrezen dat daardoor hun budgetten onder druk komen te staan.
Vrijdag werd ook bekend dat de inflatie in de VS in februari stabiel is gebleven op 2,9 procent op jaarbasis. In vergelijking met januari gingen de consumentenprijzen met 0,4 procent omhoog.
Alcoa
In de Dow was aluminiumconcern Alcoa de sterkste stijger met een plus van 1,8 procent. De Amerikaanse autofabrikant General Motors ging juist 1,8 procent omlaag, waarmee het aandeel de sterkste daler was. Conglomeraat United Tech zakte 1,6 procent.
De euro noteerde 1,3165 dollar, tegen 1,3171 dollar aan het einde van de Europese beurshandel.
De olieprijzen gingen flink omhoog. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,1 procent tot 107,31 dollar en Brentolie werd 2,9 procent duurder op 126,13 dollar per vat.
Meld u aan voor de EuroBench.com dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!